Samen gezond Het geheim van een sterk zorgnetwerk
Goed samenwerken in zorgnetwerken rondom thuiswonende ouderen is soms best ingewikkeld. Zie maar eens heldere afspraken te maken over wie wat doet. Of boven tafel te krijgen wat de oudere zélf wil. Een extra uitdaging is het als het gaat om lager opgeleide ouderen: mensen die misschien moeite hebben om overzicht te bewaren, of de regie te houden over hun leven. Health ontwikkelde een ondersteuningsprogramma dat zorgprofessionals helpt hun zorgnetwerken te versterken.
Een praktisch werkboek met allerlei tools om professionals te ondersteunen in hun contact met cliënten, mantelzorgers en collega-zorgverleners. Dát is het resultaat van het promotieonderzoek van Wendy Kemper, onderzoeker en opleider/trainer bij de HAN. Het werkboek stond al deels in de steigers toen Wendy besloot om een bijzondere focus in haar onderzoek aan te brengen. Ze richtte zich op thuiswonende ouderen met een lage sociaal-economische status. En op wat nodig is om de interactie in hun zorgnetwerk te versterken en – indirect – sociaal-economische gezondheidsverschillen te verkleinen.
Verschillen zijn oké
Wendy nodigde zorgprofessionals uit om in focusgroepen te sparren over hun contact met lager opgeleide ouderen. “Ik was benieuwd of de interactie in hun zorgnetwerken anders is dan bij ouderen met een hoge sociaal-economische status (SES). Of de professionals mensen met een lage SES anders benaderen. En of het oké is dat er verschillen zijn.” De betrokken casemanagers, welzijnsmedewerkers en huisartsen bleken ouderen met een lage sociaal-economische status vaker te ontzien. Of hen de regie uit te handen nemen. “Steeds vanuit de beste bedoelingen”, verklaart Wendy. “Ook gaven ze aan dat er in zorgnetwerken rondom ouderen met een lage SES vaak meer vanuit de emotie wordt gereageerd. En dat het best pittig is om daar als professional mee te dealen. Alleen al daarover samen in gesprek zijn, is heel waardevol.”
Training 'Succesvol ouder worden in zorg en welzijn'
Het Health-project 'Succesvol ouder worden in zorg en welzijn' heeft een training ontwikkeld, waarbij het zelfmanagement van verzorgenden wordt vergroot om uitval te voorkomen. De gelijknamige training helpt mbo-opgeleide zorgprofessionals van boven de 50, die hun werk combineren met mantelzorgtaken, om werk en privé in balans te brengen en gezond en vitaal aan het werk te blijven. De HAN ontwikkelde deze training en draagt daarmee bij aan het verkleinen van sociaal-economische gezondheidsverschillen. Nu en ook ná de coronacrisis is dat hard nodig.
Andere bril
Maatschappelijk werker en seniorenadviseur Manja de Bekker beaamt dat. Zij nam vanuit welzijnsorganisatie SWOA deel aan de focusgroep. “Ik vond het bijzonder leerzaam om met andere professionals ervaringen te delen en door een andere bril naar mijn werk te kijken. Wat speelt er bij de ouderen die ik begeleid? Wat is hun achtergrond? Welke verschillen merk ik op? En hoe ga ik daarmee om? Ik richtte me vooral op communicatie, informatieverstrekking en gelijkwaardigheid; de thema’s die belangrijk zijn in mijn contact met ouderen met lage SES.”
Actieonderzoekers
Wendy zette professionals als Manja bewust in als actieonderzoekers. “Zo konden we van dichtbij zien wat er gebeurt in zorgnetwerken van ouderen met een relatief lage sociaal-economische status. Ondertussen hoefden we de cliënten niet te belasten met ingewikkelde vragen of formulieren.” Wendy ontdekte dat beslissingen nemen bijvoorbeeld anders werkt. “Bij mensen met een relatief hoge SES helpt het meestal om overzicht te creëren, zodat de cliënt op basis daarvan zelf z’n keuze maakt. Bijvoorbeeld over het soort zorg dat hij wil krijgen of de plek waar hij straks komt te wonen. Bij mensen met een lage SES is het juist zinvol wanneer de zorgprofessional via de familie, buren of kennissen van hun cliënt naar de persoonlijke ervaringen vragen. Is de buurvrouw aan de overkant tevreden over de thuiszorg die ze krijgt? Hoe bevalt het die ene kennis in het verpleeghuis om de hoek?”
Gaten dichten
Ander voorbeeld: in elk zorgnetwerk zijn er ‘grijze gebieden’. “De gaten in de zorg die meestal als vanzelf door mantelzorgers worden gedicht”, licht Wendy toe. “We kwamen erachter dat het in de zorg voor mensen met een lage sociaal-economische status belangrijk is deze gaten expliciet te benoemen. Omdat anders niemand die zorg oppikt, met alle gevolgen van dien.” Ook leerden Wendy en haar collega-onderzoekers dat het essentieel is om een goede vertrouwensband op te bouwen met de oudere en zijn mantelzorgers. Méér nog dan bij mensen met een hoge SES. “Schrijnend is de casus die één van de professionals inbracht, over een bejaarde man die dagelijks zijn vrouw de trap op- en afdroeg. Hij durfde niet over een traplift te beginnen. Bang dat hij zich voor zo’n ding in de schulden moest steken. Wist hij veel dat er allerlei vergoedingsmogelijkheden voor zoiets zijn. Zo ontdekten we hoe belangrijk het is om bijvoorbeeld ook de angst voor schulden bespreekbaar te maken.”
Tools aanscherpen en testen
Door zo een paar casussen in detail te volgen, kreeg Wendy een helder beeld van de interactie in zorgnetwerken van thuiswonende ouderen met een lage SES. Op basis daarvan scherpte ze de eerder ontwikkelde tools aan. “We hebben deze vervolgens getest in een training voor professionals, die ik via de HAN gaf.” Eén van de deelnemers was Aukje Remmerswaal, care giver bij zorg- en welzijnsorganisatie Home Instead. “Ik vond de training heel inspirerend. Op basis van de hulpmiddelen kon ik de zorgnetwerken van mijn klanten in beeld brengen, patronen ontdekken en leerde ik uit te gaan van wat er speelt. De tools hielpen (en helpen!) me het goede gesprek te voeren en de wensen en behoeften van klanten boven tafel te krijgen. Ja, dus ook van klanten met een lage SES.”
De cirkel is rond
Van de feedback op de training maakte Wendy dankbaar gebruik om het werkboek met tools te corrigeren en af te ronden. “En zo is de cirkel mooi rond. Ik denk dat we met ons onderzoek hebben laten zien hoe je in de driehoek onderzoek, werkveld en onderwijs een praktisch product ontwikkelt. Een product waarmee je én aan bewustwording van (toekomstige) professionals werkt én op den duur echt verschil kunt maken.”
HAN-lector en hoogleraar Annet de Lange voorspelt een kanteling op werk: ‘Zeker na deze crisis willen mensen gezonder ouder worden’. De schade die het coronavirus aanricht op de arbeidsmarkt is groot. Desondanks kan werkend Nederland volgens Annet een les trekken uit de crisis.
Lees meer over de kanteling op werk
Lees ook Sparkcentre Spijkerkwartier: broedplaats voor vernieuwing
De sparkcentres van de HAN zijn díe plekken waar studenten, docenten, cliënten én zorgverleners elkaar ontmoeten en samenwerken aan effectieve oplossingen. Eén zo’n inspirerende werkplaats is Sparkcentre Spijkerkwartier. Studenten werken hier zij aan zij met wijkbewoners en ondernemers aan thema’s als kansgelijkheid, gezonde wijk en zorgnetwerk. Zo oefenen ze met interdisciplinair leren en innoveren.