Samen slim Samenwerking leidt tot scorekaart voor ‘slim vervoer’

Maatwerk voor iedere reiziger. De huidige technologie maakt het mogelijk en reizigers vragen er om: real-time en online informatie over alle vervoersmogelijkheden. Uiteraard bij voorkeur op maat en inclusief betaling en afhandeling van transacties. Maar zijn steden en regio’s er klaar voor? Wat is er voor nodig? HAN onderzoekt het met Movares en gemeenten.

Slimmer gepersonaliseerd vervoer

Arjen van Weert is docent-onderzoeker bij het Kenniscentrum Business Development and Co-creation bij de HAN. Hij ontwikkelde samen met Marco Duijnisveld van Movares en de gemeenten Apeldoorn, Nijmegen, Doetinchem, Den Haag en Utrecht een zogeheten MaaS-Ladder om overheden te ondersteunen in hun ontwikkeltraject op weg naar slimmer, gepersonaliseerd vervoer.

Arjen van Weert, docent-onderzoeker Kenniscentrum Business Development and Co-creation

“Vervoer wordt steeds meer vraaggestuurd. Er wordt niet meer gewerkt met een vaste dienstregeling; er wordt pas gereden als er vraag naar is. Dit kan ook de zogeheten last mile of first mile betreffen, dus dan gaat het alleen over het eerste of laatste stukje van de reis. Dit geeft gemeenten mogelijkheden om bijvoorbeeld het vervoer te verduurzamen of kosten te besparen. Dat laatste is vooral van belang om het platteland bereikbaar te houden voor reizigers zonder eigen vervoermiddel. De introductie van MaaS is echter een hele uitdaging voor gemeenten. Arjen licht toe: “Het aanbod van ‘slimme vervoersconcepten’ is behoorlijk groot en het is lastig kiezen als je niet weet wat voor jouw gemeente wel of niet werkt.”

De MaaS-ladder biedt dan houvast. Dit raamwerk of stappenplan kunnen gemeenten langslopen als een nieuw vervoersinitiatief zich aandient. “De MaaS-ladder kun je zien als een soort scorekaart. Hoe scoort jouw gemeente of regio op dit moment en wat moet je veranderen om beter te scoren. Dus hoe kom je een treetje hoger op de ladder”, vult Marco Duijnisveld aan. Hij is senior adviseur en projectmanager Mobiliteit bij Movares. Het advies- en ingenieursbureau is voor het project een partnership aangegaan met de HAN.

Samenwerking: win-win

Marco is enthousiast over de samenwerking tussen bedrijf en hogeschool. “Het is een win-win situatie. Een kennisinstelling als de Hogeschool Arnhem Nijmegen wil de opgedane en verzamelde kennis toepasbaar maken. Wij hebben deze nieuwe kennis nodig om up to date te blijven en passen deze dagelijks toe in de praktijk. Mede hierdoor blijven wij ook toonaangevend in ons werkgebied.”

Maatschappelijke toegevoegde waarde

“Ons werk behelst tegenwoordig meer dan asfalt en beton. Het mobiliteitsdomein wordt steeds breder. Je moet inspelen op nieuwe ontwikkelingen als gedragsbeïnvloeding, nieuwe voertuigtechnologie (zoals de opkomende zelfrijdende auto) en Mobility as a Service. Dan helpt het om daarin samen op te trekken. Niet alleen vanwege de subsidiemogelijkheden ten behoeve van innovatie, maar ook om nieuwe ideeën om te zetten in creatieve oplossingen. Je biedt op deze manier extra maatschappelijke toegevoegde waarde.”

Pilots met gemeenten

De samenwerking met gemeenten, in de vorm van pilots, leverde veel informatie op. Arjen: “In de gemeente Doetinchem bijvoorbeeld spelen vergrijzing en de landelijke omgeving een grote rol. Aan de ene kant wil je als gemeente het platteland bereikbaar houden, maar aan de andere kant mag het niet te veel kosten. Voor het kiezen van een bepaald initiatief moet je ook kijken naar het soort reiziger. Gaat het om een omgeving met veel ouderen, dan kies je minder snel voor de deelfiets. Maar voor een bedrijf dat graag meer studenten wil trekken en gevestigd is op een slecht bereikbaar industrieterrein, zijn de deelfietsen juist weer wél een optie.”

“Ook moet je kijken naar welke knelpunten de reiziger ervaart in jouw regio. Denk bijvoorbeeld aan knooppunten op snelwegen of de Waalbrug bij Nijmegen, plekken waar vaak files staan. Dan zijn mensen wellicht eerder geneigd te zoeken naar een alternatief voor de auto. Maar speelt dat niet of minder, zoals in de omgeving van Doetinchem, dan kiezen mensen toch vaker voor de auto. Die brengt hen immers van deur tot deur.”

Tyeisha Musters, vierdejaars student Bedrijfskunde

Afstudeeronderzoek Mobiliteit

In het afstudeeronderzoek van Tyeisha Musters komen ook dergelijke vraagstukken aan de orde. Tyeisha is vierdejaars Bedrijfskunde aan de HAN. Ze heeft de minor Politiek, Beleid en Overheid aan de HAN in Arnhem afgerond en is bezig met haar afstudeerstage bij het internationale bedrijf Wärtsilä dat onder andere motoren produceert voor de maritieme industrie en de energiemarkt.

Doel van haar afstudeeronderzoek is het uitbrengen van een advies over het mobiliteitsbeleid van Wärtsilä. “Het gaat dan om de mobiliteit van alle werknemers in Nederland. Het huidige beleid is gedateerd en degelijk. Het is erg traditioneel, denk aan een reiskostenvergoeding voor het aantal gereden kilometers en het recht op een leaseauto. Verder zijn er enkele regelingen voor OV-vergoedingen.”

Kostenbesparend, eigentijds, transparant en duurzaam

Tyeisha heeft eerst in kaart gebracht wat er op de markt aan mobiliteitsmogelijkheden is en wat bij het bedrijf past. “De directie heeft een aantal wensen. Het moet kostenbesparend zijn, in ieder geval niet kostenverhogend. Het moet eigentijds zijn, dus passend in de huidige maatschappij. Graag ook transparant, dus wie heeft recht op wat en waarom. Dit is niet altijd duidelijk in de huidige regelingen en dat leidt tot vragen. En tot slot is duurzaamheid een belangrijke factor.”

De resultaten van eerdere onderzoeken over MaaS en de MaaS-ladder van Van Weert geven haar inzicht in een succesvolle aanpak van mobiliteit. Tyeisha: “In de literatuur is nog niet veel te vinden. Het is dus fijn om informatie uit te wisselen.”

“De mensen motiveren en stimuleren om de auto te laten staan is misschien nog wel de grootste uitdaging.”
Tyeisha Musters
student

Eén kaart voor alle vervoersconcepten

Tyeisha is nu op de helft van haar stage en is al behoorlijk wat wijzer geworden. “De mobiliteitskaart uit MaaS, één kaart voor alle vervoersconcepten, lijkt hier vooralsnog goed te passen. Alle locaties liggen op slechts 10 minuten lopen van het openbaar vervoer. De vraag is óf mensen bereid zijn die 10 minuten te lopen. Dat probeer ik via een enquête te achterhalen.” Een andere mogelijkheid is het verminderen van het aantal parkeerplaatsen of mensen die van dichtbij komen te laten betalen voor een parkeerplaats. ”De mensen motiveren en stimuleren om de auto te laten staan is misschien nog wel de grootste uitdaging, want binnen een organisatie als Wärtsilä heeft een leaseauto nog een zekere status.”

Toekomst

Het onderzoek van Arjen van Weert en Marco Duijnisveld is begin dit jaar afgerond en gepresenteerd; de MaaS-ladder is klaar. Van Weert: “MaaS-ladder 1.0 is klaar. Het kan nu worden toegepast door alle gemeenten. In de toekomst hopen we landelijk aansluiting te vinden bij onderzoeksprojecten zodat de MaaS-ladder verder ontwikkeld kan worden.” “Movares staat open voor meer samenwerking met de HAN”, zo geeft Marco aan. “Meer samenwerking wordt alleen maar toegejuicht.”

Onderwijs op afstand #covid19

Door de coronacrisis volgen studenten van de HAN voorlopig geen projectonderwijs. Dit geldt ook voor studenten van de opleiding Industrieel Product Ontwerpen (IPO). De persoonlijke beschermingsmiddelen die deze studenten normaliter gebruiken, lagen daardoor werkloos op de plank. Tijd voor actie, dacht IPO-praktijkdocent Antal Hendriks, die daarom op 24 maart jl. 309 FFP1-mondkapjes bij Gezondheidscentrum Presikhaaf in Arnhem liet bezorgen.

Lees ook Towards the digital factory

Het project ‘Towards the digital factory’ dat in maart 2019 van start is gegaan, onderzoekt hoe digitale technieken bedrijven kunnen helpen bij verbetering van complexe productieprocessen. Het ondersteunt het mkb om de juiste stappen te zetten in de richting van een ‘digitale fabriek’, waar slimmere inzet van mens en machines zorgt voor korte en betrouwbare doorlooptijden. Het project is een goed voorbeeld van een succesvolle samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven. En daarin spelen studenten een belangrijke rol.