6.1. Regionaal en internationaal
Regionaal
Gezondheid: zorg en vitaliteit
HAN Center of Expertise Sneller Herstel
Deelnemers:
Radboudumc, Thermion, Health Valley, Syntein, ZZG Zorggroep
Zorgpact
Deelnemers:
Leerwerkplaatsen Sparkcentres HAN in samenwerking met diverse regionale partners
Health Valley
Deelnemers:
Radboudumc, Radboud Universiteit, Gemeente Nijmegen, Rockstart, Hezelburcht, Hekkelman, CWZ, Biomed elements, Zorgalliantie, ROC Nijmegen, Sanatale bv en vele andere
HBO Sportonderzoek
Deelnemers:
HAN, andere hogescholen en universiteiten, alle sportlectoren, tal van scholen, Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen
Onderwijs en talentontwikkeling
Sporttalent
Deelnemers:
HAN, Universiteit Gent, Universitair Medisch Centrum Groningen, Kenniscentrum Sport
Leren met ICT
Deelnemers:
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Windesheim, HAN, Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Utrecht, Hogeschool Rotterdam, Surf
Veerkrachtige samenleving: in wijk, stad en regio
HAN Centre of Expertise Krachtige Kernen
Deelnemers:
Kennisnetwerk Leefbaarheid en Gemeenschapsvoorzieningen + Werkplaats Sociaal Domein Nijmegen, HAN Buurtnetwerken, HAN Civil Society Lab, Nationaal Netwerk bevolkingsdaling, gemeenten Gelderland, Provincie Gelderland
Slimme technologie en materialen
HAN Biocentre
Deelnemers:
Hogeschool Utrecht, Hogeschool Dronten, Wageningen University & Research, Universiteit Utrecht, Radboud Universiteit, Universiteit Leiden, Oxford University, Van Hall Larenstein, Universitaet Zurich, HAS Hogeschool, en tal van andere partners
Lectorenplatform Biobased Economy
Deelnemers:
HAN en andere hogescholen
De gebouwde omgeving: duurzaam en leefbaar
Citydeals
Deelnemers:
HAN, gemeenten Arnhem en Nijmegen
Duurzaam transport en intelligente logistiek
ACE Automotive Centre of Expertise
Deelnemers:
HAN, samen met Fontys en Hogeschool Rotterdam, Automotive NL, Carrosserie NL, tal van bedrijven, provincies, gemeentes, Platform Bèta Techniek
Clean Mobility Center
Deelnemers:
HAN, tal van partners in de regio
Centre of Expertise Kennis DC Logistiek Gelderland
Deelnemers:
HAN en tal van partners
Energie en energievoorziening
HAN Centre of Expertise SEECE
Deelnemers:
met Avans Hogeschool, Hanzehogeschool Groningen, tal van ROCs, Technisch Universiteit Delft en overige 40 partners en deelnemers
Landelijk Platform Toegepast Onderzoek Systeemintegratie Energie (PTOS)
Deelnemers:
HAN lectoraat Meet- en regeltechniek
Lectorenplatform Urban Energy
Deelnemers:
Hogeschool Utrecht (trekker), HAN
Circulaire economie
Deelnemers:
HAN, Stichting kiEMT, Radboud Universiteit
CSGriP/SOPRA
Deelnemers:
HAN lectoraat Meet- en regeltechniek
Stichting kiEMT
Deelnemers:
circa 200 organsiaties (bedrijven en kennisinstellinge, oa HAN)
Watt Connects
Gelderse energietafel
Ondernemen: verantwoord en vernieuwend
Economic Board Arnhem-Nijmegen
Deelnemers
Startup Gelderland
Deelnemers
Provincie Gelderland, Oost N.V., Wageningen University & Research, Gelderland valoriseert!, HAN
Startup Delta
Deelnemers
Ministerie van Economische Zaken , met veel HBO's en Universiteiten
Dutch CE
Gelderland valoriseert!
Deelnemers
HAN, Radboud Universiteit, Van Hall Larenstein, ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten, Oost N.V., Stichting kiEMT
Innovate Arnhem
Deelnemers
HAN, ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten, gemeente Arnhem
Internationaal
Inkomende en uitgaande studiepuntmobiliteit
Wereldwijd groeit het aantal studenten dat een deel van de studie in het buitenland volgt (studiepuntmobiliteit, verder genoemd mobiliteit), zo ook bij de HAN. De uitgaande mobiliteit groeide in het kalenderjaar 2017 wederom, tot 1.177 uitgaande HAN-studenten (1.043 in 2016); de inkomende mobiliteit nam ook toe, tot 469 inkomende internationale mobiliteitsstudenten (310 in 2016). Deze toename wordt echter met name veroorzaakt doordat nu ook inkomende studenten die aan korte cursussen deelnemen worden geregistreerd in MoveOn, de mobiliteitsdatabase die de HAN gebruikt om studentenmobiliteit te registreren.
Studentenmobiliteit per partnerinstelling
Het grootste deel van de inkomende en uitgaande studentenmobiliteit verloopt via zogeheten Exchange Agreements met partneruniversiteiten binnen en buiten Europa. De HAN heeft in totaal 305 exchange partners, van wie 226 in Europa. De meeste exchange partners (33) bevinden zich in Duitsland. De mobiliteit binnen Europa verloopt grotendeels via het ‘Erasmus+’-programma.
Inkomende en uitgaande mobiliteit per instituut en per categorie
De tabel hieronder geeft een overzicht van de uitgaande HAN-studenten per instituut en per categorie:
De inkomende mobiliteitsstudenten zijn als volgt per instituut en per categorie te verdelen:
Internationale diplomastudenten
Een andere groep internationale studenten komt naar de HAN om hun volledige studie aan de HAN te volgen, de zogeheten internationale diplomastudenten. 2017 Laat een kleine daling van het aantal inkomende internationale diplomastudenten zien: een intake van 545 studenten in 2017 tegenover een intake van 585 in 2016. Hierbij zien we dat de intake van het aantal Europese studenten, en dan met name de Duitse, daalt maar dat de intake van het aantal niet-Europese studenten de laatste jaren juist stijgt; een trend die zich vorig jaar al inzette maar die zich nu nog sterker aftekent.
Daarnaast zien we een verschuiving van de instroom van internationale studenten per faculteit, met een daling van internationale (voornamelijk Duitse) studenten bij de Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij, gelijkblijvende aantallen bij de Faculteit Educatie, een lichte stijging bij HAN Master Programma’s en een duidelijke toename van internationale studenten bij de Faculteit Economie en Management en de Faculteit Techniek.
Het totaal aantal ingeschreven internationale studenten bij de HAN daalde licht: van 1.879 internationale studenten in 2016 tot 1.781 internationale studenten in 2017. Het percentage internationale diplomastudenten bleef 5% van de totale HAN-studentenpopulatie.
De studenten komen uit 75 verschillende landen. Van het totaal aantal internationale diplomastudenten bij de HAN is 45% (799) afkomstig uit Duitsland; dit is een daling van 11% ten opzichte van 2016.
De volgende grafiek geeft weer waar de overige 971 internationale diplomastudenten vandaan komen.
De meeste internationale diplomastudenten komen uit deze top acht:
Tot slot geeft de onderstaande grafiek een overzicht van de totale internationale diplomastudentpopulatie verdeeld over de vier faculteiten en HAN Masters Programma’s. Ook hier zien we ten opzichte van 2016 een verschuiving van meer internationale studenten bij de FEM, Techniek en HAN Master Programma’s en minder bij GGM.
De HAN en haar internationale partners
Voor een totaaloverzicht van internationale partners:
Download hier de pdf6.2. Onderwijsaanbod
In 2017 zijn we gestart met de Bachelor Sportkunde, een samenvoeging van de Bachelors Sport, Gezondheid en Management en Sport en Beweegeducatie. Hiermee sluit de HAN aan bij een landelijke ontwikkeling. In 2017 zijn ook samenvoegingen voorbereid bij de opleidingen in het economisch domein en in het sociale domein, die in 2018 zullen worden geëffectueerd.
Verder is er een aantal nieuwe Associate degrees gestart: de Ad Bedrijfskunde, Ad Logistiek en Economie, Ad Online Marketing en Sales en de Ad Juridisch Medewerker.
In 2017 is besloten een aantal masteropleidingen af te bouwen, vanwege de teruglopende instroom. De Master International Business zal in 2018 worden beëindigd. De Master Human Resources Management zal vanaf september 2018 geen nieuwe instroom toelaten. De Master Bedrijfskunde Zorg en Dienstverlening heeft per september 2017 de instroom gestopt. De zittende studenten worden in de gelegenheid gesteld de opleiding af te maken. Voor beide opleidingen zal niet opnieuw accreditatie worden aangevraagd.
Voor een overzicht van ons totale aanbod verwijzen we naar www.han.nl.
6.3. Onderzoeksorganisatie
6.4. Medewerkers
AVO/DAM
In 2017 zijn de vakcentrales en de HAN viermaal bij elkaar geweest in het Arbeidsvoorwaardenoverleg (AVO). Onderwerp van gesprek waren de besteding van de Decentrale Arbeidsvoorwaardenmiddelen (DAM), het Jaarverslag HAN 2016, de aanvulling op het jaarverslag van de HAN (het ‘sociaal jaarverslag’), de aanpassing van het R&O-reglement ten aanzien van de verjaringstermijn van verslagen en de beoordelingscategorieën, de aanpassing van een aantal reglementen (het reglement Duurzame Inzetbaarheid, het reglement Belastingfiets, het reglement HAN-fiets) en de procedure rondom de vervanging bij ziekte.
Daarnaast zijn de vakcentrales op de hoogte gehouden van actuele lopende (personele) zaken binnen de HAN, zoals de Matchingstafel en de krimpsituatie van 2017, de ontwikkelingen rondom de voorbereiding van HAN-organisatie 2020 en de academievorming en de oriëntatie op een Generatiepact.
Alle bestedingsdoelen binnen de Decentrale Arbeidsvoorwaardenmiddelen zijn in principe meerjarig. In 2017 zijn de bestedingsdoelen niet gewijzigd. Eind 2017 is afgesproken de vaststelling van de aard en de omvang van de bestedingsdoelen 2018 op te schorten tot de definitieve afrekening van 2017 bekend is.
Uitkering na ontslag (WW/BWW)
De HAN draagt het risico voor de uitkeringen in het kader van de WW en de BWW (bovenwettelijke uitkering). In het kader van goed werkgeverschap en om de uitkeringslasten te beheersen, wordt aan voormalig werknemers van de HAN begeleiding geboden bij het traject Van Werk naar Werk.
In 2017 bedroegen de uitkeringslasten voor WW € 1.430.843,92 en BWW € 352.501,01 in totaal € 1.783.344.93.
Pilot uitkering na ontslag (WW/BWW)
Zowel vanuit het oogpunt van kostenbeheersing als vanuit goed werkgeverschap heeft de HAN medio 2016 besloten gedurende de periode van een jaar een pilot te doen gericht op uitbreiding van de bestaande begeleiding rond Van Werk naar Werk. Gebruikmakend van in- en externe voorzieningen wordt vroegtijdig begeleiding aangeboden aan medewerkers die de HAN verlaten. Voor specifieke casuïstiek wordt er tevens een maatwerktraject geboden. Hierbij wordt gebruikgemaakt van het re- integratiebudget op basis van de cao. De transitievergoeding kan hiervoor alleen worden ingezet op verzoek van de werknemer. Na zeven maanden is de pilot geëvalueerd. Het inzetten van caseadviseurs had op dat moment al ruimschoots geleid tot de beoogde financiële besparing. Daarnaast is er aan de begeleiding van ‘werk naar werk’ een kwalitatieve impuls gegeven.
Tevens creëert de HAN, indien de werksituatie hier aanleiding toe geeft, in individuele gevallen maatwerkoplossingen die leiden tot vervroegde uitstroom van werknemers. De stijging in de totale uitkeringslasten heeft te maken met een toename van het aantal uitkeringsgerechtigden.
Reparatie WW
Sinds 1 januari 2016 wordt de maximale duur van de WW-uitkeringen gefaseerd teruggebracht van 38 maanden naar 24 maanden. Vanaf 2019 is de maximale duur van een WW-uitkering dan nog twee jaar. Daarnaast wordt de opbouw van de WW-rechten aangepast. Werknemers bouwen in de eerste tien jaar van hun arbeidsverleden per gewerkt jaar één maand WW-recht op. Daarna bouwen zij per gewerkt jaar een halve maand op.
De sociale partners in de sector hbo hebben in het cao-akkoord van 23 maart 2017 afgesproken zowel de duurverkorting als de vertraagde opbouw te repareren. Het ABP verzorgt de uitvoering van de reparatie WW. De komende jaren zal de reparatie (los van de reguliere in- en uitstroom) zorgen voor een stijging van de bovenwettelijke uitkeringslasten en uitvoeringskosten.
6.5. Studenten
De instroom voor 2017 is gegroeid ten opzichte van 2016 en komt daarmee op het niveau van de relatief hoge instroom in de jaren 2013 en 2014. Deze jaren gingen direct vooraf aan de invoering van het leenstelsel. Het marktaandeel van de instroom met label ‘Voor het eerst bij een instelling’ is de afgelopen jaar met 0,1% afgenomen. Sinds 2012 is het marktaandeel met 0,3% toegenomen. Na de groei van de instroom voor deeltijdopleidingen in 2016 met ruim 30% is de instroom voor 2017 (+3,7%) gestabiliseerd.
Volgens de landelijke prognose van het ministerie moet er rekening mee worden gehouden dat de instroom kan gaan afnemen. Belangrijkste reden hiervoor is de vergrijzing van de bevolking in onze regio. Naar verwachting zal de instroom in 2021 dalen naar het niveau van 2016. Daarna zal de instroom tot 2028 gestaag afnemen met 8,5%.
Van de instroom wordt 30% ingeschreven voor een opleiding in Arnhem en 70% voor een opleiding in Nijmegen.
Bacheloronderwijs
Masteronderwijs
6.6. Financiën
Het financieel beleid van de HAN is gericht op een gezonde bedrijfsvoering, voor zowel de korte als de lange termijn. De faculteiten werken gezamenlijk met een sluitende begroting. De rentabiliteit is in de hele planperiode positief en ligt met uitzondering van 2019 rond de 1% van de omzet (0+ begroting). De meerjarenraming vanaf 2019 betreft slechts een indicatie. Enerzijds komt dit doordat de in het regeerakkoord van kabinet Rutte III opgenomen kwaliteitsafspraken op instellingsniveau nog niet zijn gemaakt. Anderzijds wordt na 2020 de tijdshorizon van het huidige instellingsplan overschreden.
De HAN hanteert een binnen het hbo gebruikelijke solvabiliteitsratio 1 van 35%. De definitie van solvabiliteitsratio 1 is eigen vermogen/totale passiva vermogen terwijl solvabiliteitsratio 2 is gedefinieerd als eigen vermogen plus voorzieningen/totale passiva. De onderwijsinspectie hanteert een iets anders gedefinieerde solvabiliteitsratio 2 met als ondergrens 0,3. Door de gunstigere uitgangspositie werkelijk 2016, het positieve 2017-resultaat en doordat de HAN een positieve begroting 2018 en meerjarenraming 2019-2022 presenteert, toont de solvabiliteit een stijgende trend en blijft boven genoemde signaleringswaarden. De middelen die beschikbaar komen, zullen waarschijnlijk worden gebruikt voor beleid dat nog niet in de huidige meerjarenraming is verwerkt.
De liquiditeit (current ratio) blijft conform het door de HAN gevoerde beleid om niet meer dan noodzakelijke liquiditeit aan te houden onder de hbo-norm van 1,0. De definitie van current ratio is vlottende activa en liquide middelen gedeeld door vlottende passiva. De gehanteerde bandbreedte is zoals de commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen die aangeeft (current ratio tussen 0,5 - 1,5) en de signaleringswaarde van de Onderwijsinspectie (current ratio <0,5). De HAN blijft binnen de planperiode binnen de diverse grenzen.
In haar treasury policy (vernieuwd in 2016) hanteert de HAN een streefwaarde van € 6 miljoen (3% van de Rijksbijdrage) als minimaal aan te houden liquide middelenpositie. Gezien de onzekerheden in de Rijksbijdrage heeft het College van Bestuur in 2016 met de Raad van Toezicht afgesproken om de ondergrens van aan te houden liquide middelen te verhogen naar € 15 miljoen. Deze ondergrens wordt in de hele planperiode niet onderschreden.
Er is geen sprake van onderzoek en ontwikkeling in het kader van artikel 391 Burgerlijk Wetboek Boek 2.
Voor meer informatie over de financiën verwijzen wij u naar de continuïteitsparagraaf in deel II, Governance, en deel III, Jaarrekening HAN 2017.