Deel II. Governance

13Kwaliteitszorg

13.1. Professionals governance in relatie tot systeem van kwaliteitszorg

Een professionals governance vereist ook een passend systeem van kwaliteitszorg. Zo hebben we in de achterliggende periode geëxperimenteerd met een nieuwe manier van het auditen van opleidingen. Zowel op methode als op inhoud zijn veranderingen doorgevoerd. Inhoudelijke kern blijven de vier basisstandaarden van de accrediterende instantie NVAO én een vijfde HAN-standaard: kwaliteitszorg bínnen de opleiding.

De basiskwaliteit van de opleiding wordt kernachtig in beeld gebracht. Daarnaast staan de vragen en de dilemma’s van de opleidingen centraal. In een open dialoog en vanuit vertrouwen met een constructieve, kritische blik worden deze besproken met alle stakeholders. De opleidingen krijgen waardering voor wat er goed gaat, voor waar hun kracht zit. De bedoeling van de waarderende audit is om als opleiding zelf eigenaar te zijn van de eigen analyse van de kwaliteit, sterktes en zwaktes, en om zelf eigenaar te zijn van mogelijke en bij de opleiding passende interventies.

Instellingstoets Kwaliteitszorg

Het College van Bestuur heeft in de afgelopen periode, in overleg met in- en externe belanghebbenden, verkenningen uitgevoerd om te komen tot een afgewogen besluit over het verlengen van de bestaande Instellingstoets Kwaliteitszorg (ITK). Op basis hiervan heeft het College begin 2018 besloten tot deze verlenging over te gaan. De accreditatie van de huidige ITK loopt tot 27 augustus 2019; een heraanvraag moet uiterlijk een jaar daarvoor plaatsvinden.

Experiment leeruitkomsten

Voor de opleidingen die meedoen aan het experiment leeruitkomsten deeltijd is een systeem opgezet van interne monitor- en auditgesprekken. Met de interne monitorgesprekken (aan het einde van het eerste uitvoeringsjaar) hebben we een moment van reflectie geïnitieerd, waarin werd teruggeblikt en vooruitgekeken naar de ontwikkelingen binnen het experiment leeruitkomsten en waarin gekeken is naar het eigen systeem van kwaliteitszorg voor specifiek de experimenteervariant van de opleiding. In het hoge tempo waarin ontwikkeld is in het experiment leeruitkomsten, was het goed om een moment van reflectie te pakken. Daarnaast hebben de monitorgesprekken ook veel informatie gegeven over aandachtspunten en successen die we binnen onze instelling breder kunnen oppakken of delen.

In het algemeen worden de experimenten als een echte kans gezien om te flexibiliseren, nieuwe maatwerktrajecten in te richten en het onderwijs te vernieuwen voor specifieke doelgroepen, onder andere in nieuwe manieren van leerwegonafhankelijk toetsen, blended onderwijs en werkplekleren.

Kortom, deeltijd is meer op de kaart gekomen. Tegelijkertijd biedt het experiment leeruitkomsten ook uitdagingen als het gaat om nieuwe manieren van onafhankelijk toetsen, het betrekken van het werkveld in het formuleren van leeruitkomsten, het breder uitzetten van ontwikkelingen en opbrengsten buiten de ontwikkelteams en in het doorontwikkelen van procedures met betrekking tot intake en vrijstellingen. De deeltijd- en duale opleidingen die deelnemen aan het experiment zullen intern gemonitord en geaudit worden, met aandacht voor hun systeem van kwaliteitszorg, passend bij onze uitgangspunten van het realiseren van de kwaliteitscultuur en professionals governance. Hiermee is begin 2017 een start gemaakt door het voeren van monitorgesprekken met alle opleidingen.

In de interne audit experimenteervarianten deeltijd gaat het om een interne evaluatie die gericht is op de ontwikkeling en verbetering en die dient ter voorbereiding op de visitatie van de experimenteervarianten in het daaropvolgende jaar. In 2017 is bij wijze van pilot een aantal deeltijdopleidingen intern geaudit gecombineerd met monitoring en audit voor het experiment flexibilsering deeltijd.

Onderwijs: audits en visitaties

In 2017 zijn er 18 bacheloropleidingen en twee masteropleidingen geaudit. Bij deze interne audits hebben de opleidingen meer ruimte gekregen voor een eigen inbreng in de onderzoeksvragen, uitgaande van de eigen ambitie van de opleiding. Hiermee werd ingespeeld op de ontwikkelingen binnen de HAN met betrekking tot een grotere vormvrijheid in accreditatie. Dit heeft geleid tot een aantal innovaties, zoals de hiervoor beschreven gezamenlijke audit van onderwijs en onderzoek, een aparte audit van meerdere deeltijdopleidingen van hetzelfde instituut, gecombineerd met monitoring en audit voor het experiment flexibilsering deeltijd en gecombineerde audits van opleidingen in het kader van een aanstaande samenvoeging.

In alle audits is er een uitspraak gedaan over de mate waarin een opleiding voldoet aan de basiskwaliteit, zoals geformuleerd in de standaarden van de NVAO, en zijn er concrete aanbevelingen voor kwaliteitsversterking geformuleerd. De onderwerpen die van waarde bleken tijdens de audits zijn:

  • de aandacht voor het borgen van het gerealiseerde eindniveau en de samenwerking met de examencommissies daarin;
  • het gehele toetsraamwerk zowel qua inhoud als qua passende vormen;
  • de toenemende aandacht voor het betrekken van de student bij de opleiding als geheel al dan niet in professionele leergemeenschappen;
  • de herbezinning op de toegevoegde waarde van onderzoek(sresultaten) en onderzoek doen voor de professionele beroepsuitoefening;
  • aandacht voor professionalisering van docenten: welke betekenis hebben de ontwikkelingen in het beroepenveld, het onderwijs en onderzoek voor hun rol(opvatting)?

In 2017 zijn zes masteropleidingen gevisiteerd:

  • de master Management & Innovatie in maatschappelijke organisaties (goed op standaard twee en drie, voldoende op standaard een en vier);
  • de master Pedagogiek;
  • de vier educatieve masters (Leraar Algemene Economie, Leraar Engels, Leraar Nederlands en Leraar Wiskunde).

Ten aanzien van de vijf laatstgenoemde opleidingen is nog geen besluit ontvangen, maar er worden positieve rapportages c.q. besluiten verwacht.

13.2. Onderzoeksreviews en visitaties

De Vereniging Hogescholen heeft een centrale evaluatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek geïnstalleerd, die jaarlijks toeziet of het brancheprotocol conform de afspraken wordt uitgevoerd. In 2017 heeft deze commissie de evaluatierapporten uit de periode 2016 en 2017 van elke hoger onderwijsinstelling beoordeeld.

Voor de FEM zijn er midterm reviews uitgevoerd voor de lectoraten Logistiek en Allianties en Financial Control (inclusief associate lectoraten). In het kader van het versterken van de verbinding tussen onderwijs en onderzoek zijn er tevens twee experimenten uitgevoerd bij de instituten HAN Sport en Bewegen en International Business & Communication, waarin er gezamenlijk geëvalueerd is met lectoraten en opleidingen.

In het voorjaar van 2017 presenteerde de externe evaluatiecommissie haar eindrapport naar aanleiding van de onderzoeksevaluatie van het Kenniscentrum Kwaliteit van Leren over de periode 2010-2016. De site visit daarvan vond plaats in november 2016.

Het eindoordeel van de commissie luidt:

  • standaard 1 (Onderzoeksprofiel): voldoende;
  • standaard 2 (Organisatie): goed;
  • standaard 3 (Onderzoekskwaliteit): voldoende;
  • standaard 4 (Relevantie en impact): goed;
  • standaard 5 (Kwaliteitszorg): voldoende.

De faculteitsdirectie heeft elf concrete verbeterpunten uit het rapport gedestilleerd, die worden uitgewerkt in het meerjarenplan.

Bij de Faculteit Techniek heeft een externe commissie de lectoraten beoordeeld tijdens een tussentijdse, niet-formele onderzoeksevaluatie. De site visit vond plaats in juni.

Het eindoordeel van de commissie luidt:

  • standaard 1 (Onderzoeksprofiel): voldoende;
  • standaard 2 (Organisatie): voldoende;
  • standaard 3 (Onderzoekskwaliteit): goed;
  • standaard 4 (Relevantie en impact): goed;
  • standaard 5 (Kwaliteitszorg): voldoende.

De aanbevelingen zullen worden gebruikt ter verbetering in aanloop naar de externe visitatie in 2020.

In november 2017 vond de externe onderzoeksevaluatie plaats van het Kenniscentrum HAN Sociaal. De resultaten van deze evaluatie worden verwacht in het voorjaar van 2018.

Volgende14Klachten en geschillen